Irritatie van het vetlichaam van Hoffa

Hoffitis

Hoffitis is een ontsteking van het vetlichaam van Hoffa. Dit vetlichaam ligt onder de kniepees aan de voorzijde van de knie. Bij een val recht op de knie kan het vetlichaam geïrriteerd raken. Ook kan het vetlichaam van Hoffa in de loop van de tijd klachten geven. Dit door een verkeerde houding of een ander knieletsel.

Albert Hoffa was een Duitse chirurg, orthopeed en fysiotherapeut geboren in Richmond, Kaap de goede hoop. Hij heeft zijn naam verleend aan knie aandoeningen van het vetlichaam van Hoffa.

Klachten

De pijnklachten bij hoffitis kunnen zowel acuut als geleidelijk ontstaan. De pijn zit aan de voorzijde van de knie, rondom de pees die van de knieschijf naar het onderbeen loopt. De pijn wordt meestal verergerd door (over)strekking van de knie of bij een diepe hurkzit. De pijn kan ook aanwezig zijn bij traplopen, lang staan of bij lopen op (hoge) hakken.

Het ontstoken vetlichaam is verdikt. Deze verdikking is zichtbaar en voelbaar links en/of rechts van de kniepees. Druk op deze locatie geeft pijnklachten.

Symptomen samengevat:

  • Pijn aan de voorzijde van de knie
  • Verdikking net naast de pees, kan zowel links als rechts zijn
  • Druk op deze locatie roept pijn op
  • Overstrekken van de knie kan de klachten verergeren
  • Diepe hurkzit kan de klachten verergeren

Zijkant van het kniegewricht

Anatomie

Het kniegewricht is een zogenoemd scharniergewricht tussen bovenbeen (femur) en scheenbeen (tibia). Om de knie te kunnen strekken, is een vierkoppige spiergroep van belang. Deze musculus quadriceps femoris bestaat uit vier verschillende spieren die via de knieschijf (patella) overgaan in één gezamenlijk eindpees. Deze pees loopt vanaf de patella naar de tibia, de zogenoemde patellapees. Onder deze pees en tussen de patella, femur en tibia, ligt het vetlichaam van Hoffa. Het vetlichaam van Hoffa functioneert als stootkussen en opvulling in de ruimte tussen patella en kniegewricht. Bij een buiging van de knie wordt het vetlichaam in deze ruimte samengedrukt waardoor het vetlichaam aan beide zijde van de patellapees uitsteekt. Omdat het vetlichaam rijk is aan zenuwweefsel, wordt pijn waargenomen aan aan de voorzijde van het kniegewricht.

Oorzaak

Het vetlichaam kan geïrriteerd raken door een direct trauma zoals een val of een schop tegen de voorzijde van de knie. Chronische irritatie ontstaat geleidelijk door inklemming. Dit is vaak het resultaat van overstrekking van het kniegewricht waarbij het onderste gedeelte van de patella wordt opgetild. Hierdoor ontstaat extra ruimte tussen de patella en het uiteinde van het femur. Het vetlichaam komt hiertussen te zitten. Deze inklemming wordt impingement genoemd. Vrouwen zijn mobieler in de gewrichten waardoor voornamelijk bij hen overstrekking voorkomt. Ook de houding waarin iemand staat, speelt hierbij een belangrijke rol. Veel personen staan in de zogenoemde ‘rustpositie’ met overstrekte knieën.

Ook de quadriceps femoris zelf kan een rol spelen bij het ontstaan van hoffitis, voornamelijk wanneer deze te veel op spanning staat. Door deze spanning wordt de knieschijf omhoog getrokken. Hierdoor kan eerder inklemming van het vetlichaam ontstaan.

Daarnaast kan hoffitis een gevolg zijn van andere knieklachten. Vaak wordt een combinatie gezien tussen een patella tendinopathie en irritatie van het lichaam van Hoffa. Als de patellapees verdikt is door overbelasting, zoals bij een tendinopathie, kan ook het vetlichaam geïrriteerd raken. Ook kan irritatie optreden bij instabiliteit van het kniegewricht zoals bij een voorste kruisbandruptuur of meniscusruptuur. Door het ontbreken van een kruisband verandert de beweging tussen femur, tibia en patella waardoor het vetlichaam van Hoffa geïrriteerd of ingeklemd raakt. Ander letsel in de knie zorgt mogelijk voor vocht in het kniegewricht waardoor het kapsel uitzet. Het vetlichaam van Hoffa ligt tegen het kapsel aan waardoor verdikking van het kapsel de ruimte voor het vetlichaam van Hoffa verkleint.

Onderzoek

Het vetlichaam van Hoffa kan door echografisch onderzoek goed in beeld gebracht worden. Echter, zo’n extra onderzoek is vaak niet nodig omdat het vetlichaam duidelijk zichtbaar verdikt is en pijnlijk bij druk. Bij acuut letsel, door een val of trap tegen de knie, is het makkelijk vast te stellen of het lichaam van Hoffa is aangedaan. In dit geval is het wel belangrijk om ander letsel van de knie uit te sluiten.

Bij chronische irritatie van het vetlichaam van Hoffa moet verder onderzocht worden wat de oorzaak is. Hierbij kan de stand van het lichaam een grote rol spelen. Met name overstrekking van de knie, maar ook de stand van de voeten en heupen. Tijdens lichamelijk onderzoek wordt de stand van de patella beoordeeld en wordt gekeken of de pijn verergert bij strekking of volledige buiging. Dit geeft een indicatie of het vetlichaam ingeklemd wordt bij beweging.

Daarnaast worden nog aanvullende tests uitgevoerd om te onderzoeken of er nog andere aandoeningen van het knie gewricht aan of afwezig zijn.

Behandeling

Hoffitis kan overgaan zonder behandeling. Dit geldt vooral voor de acute aandoening zonder bijkomend letsel. Dan is het zaak rust te houden en activiteiten te mijden die de pijn verergeren.

Bij Hoffitis waarbij een onderliggend probleem zoals een verkeerde houding of bewegingspatroon een rol speelt, is behandeling wel noodzakelijk. Dit kan soms al heel eenvoudig door houdingsadvies. Bijvoorbeeld: niet met overstrekte knieën staan. Als het probleem in de algehele houding zit, kan gecorrigeerd worden door oefeningen. Als de oorzaak in de stand van de voeten ligt, kunnen steunzolen worden geadviseerd.

Als de hoffitis is ontstaan als gevolg van een andere knie aandoening, verdwijnt de hoffitis over het algemeen vanzelf als het andere letsel is hersteld.