Osgood-Schlatter is en aandoening aan de voorkant van die knie. De pijn zit net onder de knieschijf op de bobbel bovenaan het scheenbeen. Deze harde bobbel kan groter worden. Osgood-Schlatter wordt vooral gezien bij jongeren.

Wat is Osgood-Schlatter?

Bij Osgood-Schlatter groeit het bot onder de knie sneller dan het spier- en peesweefsel dat daar op aanhecht. Bij te veel trekkrachten raakt de kniepees, ter hoogte van de aanhechting op het botstuk onder de knie, geïrriteerd en ontstoken. Vaak is er na een aantal maanden een verdikking/knobbel ter hoogte van het tuberositas tibiae waarneembaar. Dit is ongecontroleerde aangroei van het botstuk net onder de knie als gevolg van de peesontsteking.

De klachten hebben een wisselend karakter en komen het meest voor bij jonge sporters tijdens de groeispurt. Het is een veel voorkomende aandoening, namelijk bij een op de vijf kinderen en het hindert die kinderen bij het uitvoeren van hun sport of hobby.

Bij jongens komen de klachten in de leeftijdscategorie van 12 tot 15 jaar het meest voor en bij meisjes tussen de acht en 12 jaar oud. Uit onderzoek is gebleken dat jongens drie keer vaker deze aandoening oplopen dan meisjes. Het is niet ongewoon dat beide knieën tegelijkertijd aangedaan zijn.

Osgood-Schlatter is een aandoening die in 1903 voor het eerst aan het licht kwam toen de  doktoren Robert Osgood en Carl Schlatter onafhankelijk van elkaar de klachten beschreven.

Hoe ontstaat Osgood-Schlatter?

Osgood-Schlatter is heel duidelijk te koppelen aan de groeifase van een kind, al spelen ook frequentie en intensiteit van bepaalde sporten een belangrijke rol. Door (te) zware belasting van de bovenbenen wordt de spanning op de aanhechting van de kniepees te groot. Voorbeelden van dergelijke inspanningen zijn voetbal, atletiek, tennis en wielrennen. Daarnaast zal ook overgewicht op jonge leeftijd bijdragen aan het ontstaan van deze aandoening. Dit zorgt immers ook voor (te) veel spanning op de kniepees.

Een goede balans tussen trainen en rust is een van de belangrijkste preventieve maatregel om Osgood-Schlatter te voorkomen. Zeker zo belangrijk is goed schoeisel en sporten op een stabiele ondergrond.

Behandeling van Osgood-Schlatter

Is Osgood-Schlatter dan een gevalletje ‘botte pech’? Of kan men zelf bijdragen aan een versneld herstel? De klachten bij Osgood-Schlatter zijn ‘self-limiting‘, dat wil zeggen dat ze de uitvoering van sport of beweging beperken. Daarom speel je zelf een belangrijke rol in het herstel. Door het sporten (tijdig) te minderen, voldoende rust te nemen en regelmatig te koelen, kun je ernstiger voorkomen en het herstel positief beïnvloeden.

De snelheid van de groeispurt is echter een stuk moeilijker te beïnvloeden. Gelukkig is gebleken dat in bijna alle gevallen van Osgood-Schlatter kinderen over de klachten heen groeien.

Het is belangrijk om in te zetten op een natuurlijk herstel. Het gedoseerd op kracht en stabiliteit trainen van de bovenbeenspieren heeft zich bewezen als effectief behandelmiddel voor de langere termijn.

Er bestaan meerdere hulpmiddelen voor de bestrijding van symptomen (klachten). Denk aan een patellabandje, pijnstillers of massage. Deze middelen kunnen symptomen als pijn weliswaar (tijdelijk) verminderen, maar het vergroten van de belastbaarheid door actieve training van de bovenbeenspieren is en blijft het belangrijkste behandeldoel!